De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
SteekproefomvangAls stage-opdracht voer ik een imago-onderzoek uit voor een bedrijf. Dit bedrijf is opgedeeld in drie specialismen. Per specialismen wou ik zo'n 50 klanten benaderen met een enquete. Het bedrijf bevat in totaal zo'n 3000 klanten. Ik heb ergens gelezen dat als basisregel geldt dat je zo'n 5% van de totale populatie moet nemen. Klopt dit en zo ja, van wie is deze regel afkomstig? Zijn 150 klanten representatief en zo ja: hoe kan ik deze keuze onderbouwen? AntwoordHet onderzoek wordt dus uitgevoerd onder klanten van het bedrijf. Nu is het de vraag wat het doel van je onderzoek is. Moet je uitspraken doen per specialisme, moet je misschien deze specialismen met elkaar vergelijken of gaat het er eigenlijk om om uitspraken te doen over het bedrijf in het totaal (dus NIET apart over specialismen).
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|