![]() |
De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Rijen en reeksenMeetkundige rijenVan een meetkundige rij zijn $a$, $b$ en $c$ drie opeenvolgende termen veronderstel dat $1/(b-a)$, $1/2b$ en $1/(b-c)$ bestaan. Toon aan dat het drie opeenvolgende termen zijn van een meetkundige rij. Gegeven: $b^2=ac$ en Te bewijzen: $2(1/2b)= 1/(b-a) + 1/(b-c)$. Antwoord![]() Werk Meetkundige rijDe opgave is: Een heimachine slaat een betonnen paal in de grond. Bij de eerste klap gaat de paal 200cm de grond in. Bij elke volgende klap gaat de paal 20% minder ver de grond in dan bij de voorgaande klap. Hoe ver kan de heimachine de paal in de grond slaan? Antwoord![]() Kennelijk gaat de paal Re: Meetkundige rijHoe kom je tot die laatste formule? Antwoord![]() Ik ging er vanuit dat je die wel wist, omdat je zag dat het met een meetkundige rij te maken had. De formule wordt op deze pagina uitgelegd. ![]() ![]() ![]() home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2025 WisFaq - versie 3
|