De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Controleren op reflexiviteit, symmetrie en transiviteit

Ik weet reeds wet deze begrippen beteken, maar ik begrijp niet goed hoe ik bijv.
in R3:(a,b)R(c,d)Űab+cd=0
moet controleren of deze relatie reflexief, symmetrisch of transitief is.

wim
Student Hoger Onderwijs België - donderdag 30 oktober 2003

Antwoord

Eerst even een correctie: omdat je met twee getallen werkt, zal je ook wel 2 ipv. 3 bedoelen.

Het reflexief-zijn van de relatie betekent dat elk getallenpaar in relatie tot zichzelf staat. Gecontroleerd moet daarom worden of altijd geldt dat (a,b)~(a,b).
Dat zou inhouden dat altijd geldt ab + ab = 0, maar dat is natuurlijk alleen maar voor bepaalde waarden van a en b geldig. Dus niet reflexief.

Om de symmetrie te testen moet worden nagegaan of, als voor de getallenparen (a,b) en (c,d) geldt dat (a,b)~(c,d), nu óók geldt dat (c,d)~(a,b).
Uit (a,b)~(c,d) volgt ab + cd = 0.
Dit is hetzelfde als cd + ab = 0, maar dán is (c,d)~(a,b). Dus symmetrisch.

De transitiviteit vraagt om controle van het volgende: als (a,b)~(c,d) en (c,d)~(e,f), is dan (a,b)~(e,f)?
Ga dus na of je uit het gegeven dat ab + cd = 0 én cd + ef = 0 kunt concluderen dat ab + ef = 0.

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 30 oktober 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3