Jullie hebben eventjes weer niets van mij gehoord, maar ik had andere examens, komende maandag heb ik wiskunde, dus en nu bij t oefenen loop ik bij deze vraag vast bij het vinden van mijn A, B, C...
ò(x3+2)/(x3+4x2+4x)dx
als eerst heb ik de deling uitgevoerd, waardoor je krijgt:
òdx + ò(-4x2-4x+2)/(x3+x2+4x)dx
en daarna de noemer 2 maal volgens horner geeft dat x3+4x2+4x = (x+2)2(x)
daardoor je de volgende vergelijking krijgt met A, B en C (voor het tweede deel van de vergelijking uiteraard)