Nee sorry, de haakjes moest breuken zijn maar dat werkt bij mij niet. A is wel goed, B alleen niet.
Anna
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 23 maart 2014
Antwoord
Ik zie één breuk: T/30. Dat vat ik dan op als $\frac{T}{30}$. Waar zijn die andere breuken dan? Je kunt door haakjes te zetten aangeven wat je bedoelt...
Misschien bedoelde je P = 5,5 + ((18-T)/30) x 94,5?
$ \begin{array}{l} P = 5,5 + \frac{{18 - T}}{{30}} \times 94,5 \\ P = 5,5 + \frac{{\left( {18 - T} \right) \times 94,5}}{{30}} \\ P = 5,5 + \frac{{1701 - 94,5T}}{{30}} \\ P = 5,5 + \frac{{1701}}{{30}} - \frac{{94,5T}}{{30}} \\ P = 5,5 + 56,7 - 3,15T \\ P = 62,2 - 3,15T \\ P = - 3,15T + 62,2 \\ \end{array} $