De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Re: Re: Wiskunde Olympiade opgave 1994-A3

 Dit is een reactie op vraag 75982 
Hallo Gilbert,

Mijn oplossing was hetzelfde als u eerste oplossing alleen moest ik erg lang zoeken om die te vinden. Ik zag de tweede manier vrijwel gelijk alleen ik liep vast op het volgende punt: waarom geldt $\angle$PQS=$\angle$EDA?

Oscar
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 4 juli 2015

Antwoord

Hallo Oscar,

Eerder had je al gevonden dat $\Delta$AED en $\Delta$RPD gelijkvormig zijn (hh). We weten dus: $\angle$DPR=$\angle$DEA (in de figuur gemerkt met een kruisje).

In de driehoeken EDA en PQS zijn dan twee hoeken gelijk: een rechte hoek en de al genoemde $\angle$DEA resp. $\angle$DPR (het kruisje). Zodoende zijn deze driehoken ook weer gelijkvormig (hh) en zijn de twee overgebleven hoeken gelijk: $\angle$PQS=$\angle$EDA (gemerkt met een stip).

OK zo?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 4 juli 2015



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3