|
|
\require{AMSmath}
Exponentiële functies
Ik moet volgende oefeningen oplossen naar x.
OEFENING 1 52(2-3x)=125√5 54-6x=53 x 51/2 4-6x=3+ 1/2 -6x=7/2 -4 -6x=-1/4 x=-1/4 x -1/6 x=1/24
OEFENING 2 1/(52x) = 125^(2+x) (5)^(-2x) = (53)2+x -2x = 3(2+x) -2x=6+3x -2x-3x=6 -5x=6 x=-6/5
OEFENING 3 ((2x)+3) / ((2x+1)-15) = 11 (2x)+3 = 11((2x+1)-15) (2x) = 22x+1 - 165 2x = 2x+1 . 11 - 165 ??
Tim B.
3de graad ASO - dinsdag 26 november 2013
Antwoord
Hoi Tim,
Ik geloof dat het je gaat om de derde oefening toch? Eens kijken
$ \begin{array}{l} \frac{{2^x + 3}}{{2^{x + 1} - 15}} = 11 \\ 2^x + 3 = 11(2^{x + 1} ) - 165 \\ 2^x + 3 = 11.2(2^x ) - 165 \\ 2^x + 3 = 22(2^x ) - 165 \\ - 21.2^x = - 168 \Rightarrow 2^x = 8 \to x = 3 \\ \end{array} $
In je derde regel verdween het grondtal 2 en kreeg 22 ineens een exponent. Bedenk 2x+1 = 2.2x
ps, kijk ook nog eens naar oefening 1. x=1/12
mvg DvL
DvL
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 26 november 2013
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|