De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Wortels in standaardvorm

ik ben bezig met wortels van breuken in standaardvorm. De meeste uitwerkingen doe ik goed, maar er is er 1 waarin ik iets fout doe en ik kan er niet achter komen wat. Dit is de opgave met mijn uitwerking:

(√4/√3)5 = ((√4/√3) X ((√3/√3))5 = (√12/3)5 = (144/243)√12.
dit zou (32/27)√3 moeten zijn. Kan iemand mij helpen?

p.s.: ik hoop dat ik de knoppen onder het vakje goed heb gebruikt en de opgave goed leesbaar is.

Hannek
Student hbo - dinsdag 29 oktober 2013

Antwoord

Hoi Hanneke,

Jou manier lijkt me wat omslachtig. Echter is hij wel goed als je de slotzet nog even doet. Mijn manier, heel erg stapsgewijs is als volgt.

$
\eqalign{(\frac{{\sqrt 4 }}{{\sqrt 3 }})^5 = (\frac{2}{{3^{1/2} }})^5 = \frac{{2^5 }}{{(3^{0,5} )^5 }} = \frac{{32}}{{3^{2,5} }} = \frac{{32}}{{3^2 .\sqrt 3 }} = \frac{{32\sqrt 3 }}{{9.\sqrt 3 .\sqrt 3 }} = \frac{{32\sqrt 3 }}{{27}}}
$

En als ik jou manier afmaak.

$
\eqalign{\frac{{144}}{{243}}.\sqrt {12} = \frac{{144.\sqrt 4 .\sqrt 3 }}{{243}} = \frac{{288.\sqrt 3 }}{{243}} = \frac{{32.\sqrt 3 }}{{27}}}
$

Snapt u?

mvg DvL

DvL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 29 oktober 2013



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3