|
|
\require{AMSmath}
Vierdegraadsvergelijking bepalen
Ik zit hier met een vraagje. Bepaal een veelterm A(x) zo dat graad A(x)=4, x2+1 een deler is van A(x), A(-1)=A(1)=0 en A(2)=15. Zit ik juist als ik zeg dat ax4+bx3+cx2+dx+e=0 de standaardvorm is van een vierdegraadsvergelijking? En verder? Alvast bedankt.
Kevin
2de graad ASO - dinsdag 10 oktober 2006
Antwoord
Beste Kevin, Dat is inderdaad de standaardvorm, maar daar ga je het jezelf veel te moeilijk mee maken. Het feit dat A(x) deelbaar is door x2+1, betekent dat dit een factor moet zijn wanneer je A(x) ontbindt in factoren. Dus je weet al: A(x) = (x2+1)B(x) Hierin is B(x) nog van de tweede graad. Maar met elk nulpunt x = a, stemt een factor (x-a) overeen zodat die twee nulpunten ook de factoren (x-1)(x+1) = x2-1 leveren. We hebben dus: A(x) = p.(x2+1)(x2-1) Hierin kan je p vinden door A(2) = 15 op te leggen, het resultaat is verrassend eenvoudig: zeker als je het met je standaardvorm vergelijkt mvg, Tom
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 10 oktober 2006
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|