De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Limiet van de som van de lengten

 Dit is een reactie op vraag 46980 
hoe kom je aan die 1/2 Ö2?

bedoel je met u1 de eerste term en r de reden? wij gebruiken andere letters.
dus dan moet ik 1/2Ö2/(1-1/Ö2)?

gio
3de graad ASO - zondag 8 oktober 2006

Antwoord

De schuine zijde van een gelijkbenige rechthoekige driehoek is Ö2 keer zo groot als de rechthoekszijde. Dus andersom is de rechthoekszijde 1/Ö2 keer zo klein. Bij elke iteratie slag wordt de lengte van het lijnstuk vermenigvuldigt met 1/2Ö2... de rede dus. Andere letters? Kom, kom... heb je de link bekeken?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 8 oktober 2006
 Re: Re: Limiet van de som van de lengten 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3