bedoel je met u1 de eerste term en r de reden? wij gebruiken andere letters. dus dan moet ik 1/2Ö2/(1-1/Ö2)?
gio
3de graad ASO - zondag 8 oktober 2006
Antwoord
De schuine zijde van een gelijkbenige rechthoekige driehoek is Ö2 keer zo groot als de rechthoekszijde. Dus andersom is de rechthoekszijde 1/Ö2 keer zo klein. Bij elke iteratie slag wordt de lengte van het lijnstuk vermenigvuldigt met 1/2Ö2... de rede dus. Andere letters? Kom, kom... heb je de link bekeken?