|
|
\require{AMSmath}
Bewijzen
gegeven hoek C1=hoek C2 AC=b BC=a in de driehoek ADC, is het snijpunt van de deellijn van C op AD punt B. Antwoord construeer door B een lijn evenwijdig met DC die AC snijdtin EDan is hoek C2=B1 en hoek E1 is hoek C1 dus is hoek B1=E1 dus CE=CB=a dat snap ik prima maar nu uit de evenwijdigheid van BE en DC volgt DA:DB=CA:CE. hoe volgt dit hieruit? ik kan dit niet beredeneren? alsvast bedankt voor de moeite. harmke
harmke
Student hbo - woensdag 26 januari 2005
Antwoord
Bekijk onderstaande tekening: Applet werkt niet meer. Download het bestand.
Uit de evenwijdigheid van KL en PQ volgt: $\angle$RKL=$\angle$RPQ en $\angle$RLK=$\angle$RQP (f-hoeken) Dus driehoek RPQ en driehoek RKL zijn gelijkvormig. Wat dan weer leidt tot de gelijkheid van verhoudingen zoals b.v. RK:RP=RL:RQ=KL:PQ
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 26 januari 2005
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|