De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Re: Lijnstuk in een driehoek berekenen.
Er is dus sprake van een gelijkbenige driehoek. Hoek A en Hoek C liggen beide op de grond. Hoek B is dus in mijn belevingswereld de hoek op de top van de driehoek (in de nok van het dak). AntwoordJe blijft tegenstrijdige dingen schrijven. Als hoek A en C aan elkaar gelijk zijn en verschillend van hoek B, hoe kunnen dan AC en BC gelijk zijn aan 1780mm, zoals je beweert in je oorspronkelijke opgave?
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|