Re: Re: Re: Deling van veeltermen Dit is een reactie op vraag 83904 Ik vermoed dat ik het begrijp. theorie: F(x)= q(x)·d(x)+ r Opgave: F(x)= q(x)·(x-4)+5 F(x)= q(x)·(x-4)2+(ax+b) Aangezien f(x)= f(x) (zelfde veelterm) $\Rightarrow$ [q(x)·(x-4)+5] = [q(x)·(x-4)2+(ax+b)] In beide veeltermen vullen we 4 in $\Rightarrow$ 5 = 4a+b Ik veronderstel dat dit de correcte denk wijze is? U bent bedankt voor de hulp! Ruud Iets anders - woensdag 22 februari 2017 Antwoord Inderdaad, gelijkheid is transitief, en dat wist Euclides al: dingen gelijk aan hetzelfde ding zijn aan elkaar gelijk. Zie Euclid's elements: Common notions kphart woensdag 22 februari 2017 ©2001-2024 WisFaq
Ik vermoed dat ik het begrijp. theorie: F(x)= q(x)·d(x)+ r Opgave: F(x)= q(x)·(x-4)+5 F(x)= q(x)·(x-4)2+(ax+b) Aangezien f(x)= f(x) (zelfde veelterm) $\Rightarrow$ [q(x)·(x-4)+5] = [q(x)·(x-4)2+(ax+b)] In beide veeltermen vullen we 4 in $\Rightarrow$ 5 = 4a+b Ik veronderstel dat dit de correcte denk wijze is? U bent bedankt voor de hulp! Ruud Iets anders - woensdag 22 februari 2017
Ruud Iets anders - woensdag 22 februari 2017
Inderdaad, gelijkheid is transitief, en dat wist Euclides al: dingen gelijk aan hetzelfde ding zijn aan elkaar gelijk. Zie Euclid's elements: Common notions kphart woensdag 22 februari 2017
Zie Euclid's elements: Common notions
kphart woensdag 22 februari 2017