WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 25 november 2024

Re: Re: Re: Deling van veeltermen

Ik vermoed dat ik het begrijp.

theorie:
F(x)= q(x)·d(x)+ r

Opgave:
F(x)= q(x)·(x-4)+5
F(x)= q(x)·(x-4)2+(ax+b)

Aangezien f(x)= f(x) (zelfde veelterm) $\Rightarrow$ [q(x)·(x-4)+5] = [q(x)·(x-4)2+(ax+b)]
In beide veeltermen vullen we 4 in $\Rightarrow$ 5 = 4a+b

Ik veronderstel dat dit de correcte denk wijze is?

U bent bedankt voor de hulp!

Ruud
22-2-2017

Antwoord

Inderdaad, gelijkheid is transitief, en dat wist Euclides al: dingen gelijk aan hetzelfde ding zijn aan elkaar gelijk.

Zie Euclid's elements: Common notions [http://aleph0.clarku.edu/~djoyce/java/elements/bookI/cn.html]

kphart
22-2-2017


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#83906 - Formules - Iets anders