Re: Re: De nulpunten van een 3e graadsvergelijking bepalen
Ik kan dit volgen t/m "uiteraard 0 zijn" Dit gedeelte begrijp ik niet "De getallen die je ervoor afleest zijn, in volgorde van dalende macht van x, de coëfficiënten van het quotiënt. Als je dat op die manier toepast voor de nulpunten 4 en -5, dan hou je nog een lineaire term over met als oplossing 9/5. "
Piet
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 4 juni 2006
Antwoord
Beste Piet, Als de oorspronkelijke veelterm f(x) is en het nulpunt is a, dan kan f(x) geschreven worden als f(x) = (x-a)q(x) waarbij q(x) het quotiënt is van f(x) bij deling door (x-a). Natuurlijk zal q(x) van graad één lager zijn dan f(x) en je zoekt net die veelterm q(x). Het zijn de coëfficiënten hiervan die je onderaan in je schema van Horner afleest. mvg, Tom
zondag 4 juni 2006
©2001-2024 WisFaq
|