Dat van 3n snap ik al omdat er gewerkt word met sprongen van drie maar ik snap niet hoe je aan die a komt en hoe je weet dat je bij n=1 , tn=2 hebt ? ik hoop dat je me kunt helpen groetjes
sofie
2de graad ASO - woensdag 9 april 2003
Antwoord
Even een ander voorbeeld: Je hebt de rij tn=4+2n Snap je dan dat je de termen van de rij kunt vinden door voor n achtereenvolgens 1, 2, 3, enz. in te vullen, ofwel: t1=4+2·1=6 (t1 is dus het eerste getal van de rij) t2=4+2·2=8 t3=4+2.3=10 enz. Dat is dus de betekenis van de formule tn=4+2n Nu terug naar jouw rij: Je hebt de rij 2, 5, 8, 11 enz. Deze rij noem je tn, en je zoekt een formule voor tn. We weten inmiddels: tn=a+3n. Vul nu bijvoorbeeld voor n het getal 1 in. Het eerste getal van jouw rij is 2. dus: t1=a+3·1, maar daar moet 2 uitkomen. Kun je dan a berekenen? (het is een negatief getal!) succes, groet, Anneke