Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 88860 

Re: Goniometrische identiteit

Dag Dick?
Hoe zou er nu die derde uitdrukking (3) moeten uitzien volgens U.
Of moeten, we deze opgave maar vernietigen...
goede nacht

Rik Le
Iets anders - donderdag 19 december 2019

Antwoord

Hoi Rik,
Ik heb er een nachtje over geslapen.
(2) kan je, en dat deed je al gedeeltelijk, uitwerken tot:
sin2a·cos2b - cos2a·sin2b = (1-cos2a)cos2b - (1-sin2a)sin2b
Maar als je nu eens schrijft:
sin2a·(1-sin2b) - (1-sin2a)·sin2b = ...
Dan kan je dit herleiden tot:
sin2a - sin2b
En dat is dan (3). En (3) is natuurlijk ook gelijk aan: cos2b - cos2a.
Groet,

dk
vrijdag 20 december 2019

 Re: Re: Goniometrische identiteit 

©2001-2024 WisFaq