Ja, ik kwam al niet uit om de vergelijking $f(x)=g(x)$ op te lossen*. Maar ik wist niet dat je het punt $A(3,0)$ mocht gebruiken. Als vraag $a.$ niet gesteld zou zijn, dan zou je het toch via uw manier gedaan moeten hebben? In plaats van ervan uit gaan dat het snijpunt A blijft?
De vervolgvraag gaat over de oppervlakte berekenen tussen de grafiek $f(x)$, $g(x)$ en de $y$-as. Waarbij V=4√3 (ik heb nu foto van de vraag in de mail gestuurd, misschien helpt dat ;))
Mvg, Anna
Anna
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 14 april 2018
Antwoord
De oppervlakte van V moet gelijk zijn aan $ 4\sqrt 3 $. Voor dat vlakdeel V geldt: