Hallo, Een Cirkel C1 is vast met het midden (1,0) op de X-as. De vergelijking is dan: C1: (x-1)2+y2=1 of x2-2x+y2=0 C2: Cirkel met veranderlijke straal r2 met M op de oorsprong C2: x2+y2=r2of x2+y2-r2=0 A snijdt Y-as in punt (0,r) B snijdt beide cirkels in punt (1,1), gelegen boven de X-as natuurlijk. C is het snijpunt van de halfrechte {AB met de X-as. De limietstand van het punt C moet de coördinaat(4,0) zijn als r tot nul nadert.... Bewijs dit... De rechte |AB|heb ik al berekend uit A(0,r) en B(1,1) en ze is : y-r=(1-r)/1-0(x-0) y= (1-r)x+r Maar nu raak ik vast . Groeten, Rik
Rik Le
Iets anders - donderdag 4 maart 2010
Antwoord
Vermits C2 een cirkel is met variabele straal kan het snijpunt (B) van C2 en C1 niet het vast punt(1,1) zijn. Ik neem dus aan dat B gewoon het (veranderlijk) snijpunt is van C1 en C2 (boven de X-as), en hangt dus af van r. De (positieve) coördinaat van B is dan (1/2r2,1/2r.Ö(4-r2)) Je kunt dan de vergelijking van de recht AB opstellen. Het snijpunt C van AB met de X-as vind je door in de vergelijking van AB, y gelijk te stellen aan 0, en dan oplossen naar x. Bereken dan de limiet van deze x voor r®0