Maar bij die eerste oefening, de asymptoten naar + en - oneindig, dus dan krijg je: Bgcos 2/+¥ = Bgcos 0 = -1 ? en hoe zit dat dan met -¥? en met de andere asymptoten?
voor vraag 2: ik heb nu: 2x.Ö(1-2x2) + x. Ö(1-x2) = Ö(3)/2 en dan beide kanten kwadrateren? dus: 4x2-8x4+x2-x4+4x2.Ö(1-2x2).Ö(1-x2)= (Ö(3)/2)2 kan dit? en hoe moet ik dan verder
bedankt!
Shari
3de graad ASO - zondag 10 januari 2010
Antwoord
Bgcos 0 = p/2 !!! Voor x®-¥ krijg je hetzelfde resultaat. Dus is er een horizontale asymptoot : y = p/2
De vergelijking die je moet oplossen is : 2x.Ö(1-x2) + x.Ö(1-4x2) = Ö(3)/2 Dan inderdaad de twee leden kwadrateren, het dubbel product met de vierkantswortel afzonderen, en opnieuw de twee leden kwadrateren. Nogal wat werk maar dat levert wel een eenvoudige bikwadratische vergelijking op : 112x4-40x2+3=0