Twee rechten gegeven a: (2x-3)/2=y/2=(2z+1)/6 en b: 3x=5 en 3y + 3z+2=0. Gevraagd wordt zoek een punt A op a en een punt B op B zodat Ab evenwijdig is met c: x=y/6=z/2 Ik weet dus dat de richting ( 1,6,2) is. Neem een punt A(3/2+k,2k,-1/2+3k) en een punt B( 5/3,-2/3-r,r) en bereken B-A en vind zo voor k=-5/6 en r =-5; maar de derde vergelijking is dan 2=-2???
Vannes
3de graad ASO - maandag 2 februari 2009
Antwoord
Bij de coordinaten van het punt A loopt iets fout, denk ik, ofwel zit er daar een tikfout ofwel in de opgave. Hoe dan ook, ik vermoed dat je een denkfout maakt in wat verderop komt. Het verschil van de coordinaten moet niet exact overeenkomen met de coordinaten van de richtingsvector die je had gevonden. Stel
B - A = qR
wat je een stelsel van drie vergelijkingen in drie onbekenden geeft. Lukt het nu?