Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 43957 

Re: Re: Ligging vlak en rechte

Ik heb nu gedaan:

l - 2x+y-3z=5
Stel z=t
2x+y = 5+ 3t
y=5+3t-2x

en x= 1-4t+y

dan y = 5 + 3t-2 +8t -2y
dan is y = 1 +11/3t

maar ik snap nog altijd niet wat ik hier dan uit kan besluiten, ik dacht dat ik een uitkomst nodig had waarin x y en z gelijk zijn aan een constant getal???

Elke
3de graad ASO - vrijdag 3 maart 2006

Antwoord

Beste Elke,

Je uitdrukking voor y is al juist, y = 1+11/3t waarin t de parameter is (t = z).
Ook x moet je nog uitdrukken in functie van t, vervang daartoe de uitdrukking die je net voor y gevonden hebt in de vergelijking die je nog had voor x.

Dan heb je (x(t),y(t),t), precies een parametervergelijking van de rechte.

mvg,
Tom

td
vrijdag 3 maart 2006

©2001-2024 WisFaq