Bedankt, ik denk dat ik het nu snap maar wil je voor de zekerheid deze beoordelen.
ap+3bp+4/a3bp = p4
en
(a2p+3/ap) = 9ap
Ik weet ook nog niet zeker welke je eerst moet uitrekenen als je machten binnen de haakjes hebt en een macht buiten de haakjes. Volgens mij is het dat je eerst alles binnen de haakjes uitrekent en dan het antwoord keer de macht doet die buiten de haakjes staat. Is dit juist?
vivend
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 28 februari 2006
Antwoord
Allebei fout: de eerste is eigenlijk apa3bpb4/a3bp; je kunt dus a3 en bp wegstrepen. De tweede is apapa3/ap=ap+3. Je laatste conclusie is goed: (ap)q betekent inderdaad eerst a-tot-de-p-de uitrekenen en dat antwoord tot de q-de macht verheffen.