Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 43866 

Re: Breuken vereenvoudigen

Bedankt, ik denk dat ik het nu snap maar wil je voor de zekerheid deze beoordelen.

ap+3bp+4/a3bp = p4

en

(a2p+3/ap) = 9ap

Ik weet ook nog niet zeker welke je eerst moet uitrekenen als je machten binnen de haakjes hebt en een macht buiten de haakjes.
Volgens mij is het dat je eerst alles binnen de haakjes uitrekent en dan het antwoord keer de macht doet die buiten de haakjes staat. Is dit juist?

vivend
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 28 februari 2006

Antwoord

Allebei fout: de eerste is eigenlijk apa3bpb4/a3bp; je kunt dus a3 en bp wegstrepen.
De tweede is apapa3/ap=ap+3.
Je laatste conclusie is goed: (ap)q betekent inderdaad eerst a-tot-de-p-de uitrekenen en dat antwoord tot de q-de macht verheffen.

kphart
vrijdag 3 maart 2006

©2001-2024 WisFaq