$\angle$APD = $\alpha$+$\beta$, dat zou je kunnen bewijzen a.d.h.v. een Z-hoek, want AB // DC $\Rightarrow$ $\angle$BAP = $\angle$DPA (je zou 't ook anders kunnen aanpakken: $\angle$ADP = 90°, $\angle$DAP = 90° - ($\alpha$+$\beta$) $\Rightarrow$ $\angle$ DPA = 180° - 90° - (90° - ($\alpha$+$\beta$)) = $\alpha$+$\beta$.
Nu gaan we 'n schema invullen (hou rekening met AP = 1)!
In de rechthoek geldt dat AD = BQ + QC. A.d.h.v. de tabel kunnen we laten zien dat sin($\alpha$+$\beta$) = AQ·sin$\alpha$+PQ·cos$\alpha$, want sin$\alpha$=BQ/AQ en cos$\alpha$=CQ/PQ en sin($\alpha$+$\beta$) = AD.
Invullen levert: AD = AQ·BQ/AQ + PQ·CQ/PQ $\Rightarrow$ AD = BQ + CQ.
We kunnen die AQ en PQ ook vervangen. Krijgen we sin($\alpha$+$\beta$) = cos$\beta$·sin$\alpha$ + sin$\beta$·cos$\alpha$ en aangezien bij de vermenigvuldiging de factoren van plaats mogen ruilen (want 4·3 = 3·4 bijvoorbeeld) mogen we ook schrijven sin($\alpha$+$\beta$) = sin$\alpha$·cos$\beta$+cos$\alpha$·sin$\beta$.
Om de regel van cos($\alpha$ + $\beta$) te bewijzen kun je gebruikmaken van het feit dat PD = AB - PC, en op analoge wijze krijg je dat cos($\alpha$+$\beta$) = cos$\alpha$·cos$\beta$ - sin$\alpha$·sin$\beta$ (we noemen deze formules de somformules)
Je kunt nu ook op de verschilformules hieruit afleiden, maar dan moet je wel weten dat cos(-t) = cos(t), sin(-t) = -sin(t).
Formule afleiden voor sin(2$\alpha$)
sin(2$\alpha$) = sin($\alpha$+$\alpha$). Dus gewoon $\beta$ vervangen door $\alpha$ in bovenstaande formule.