De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Factoren buiten haakjes brengen

 Dit is een reactie op vraag 69757 
Hallo,

Oud topic, maar misschien kunnen jullie mij alsnog helpen.

Bovenstaande methode snap ik, maar bij de vervolg opgaven kom ik er niet meer uit. Misschien sla ik een belangrijke stap over, maar kom niet tot het juiste antwoord:
  1. (a-1)2(a+2)-(a-1)(a+2)2
  2. 3(a+2)2(a-2)+9(a+2)(a-2)2
  3. -2(a+4)3+6(a+4)2(a+2)
Hopelijk weet iemand mij verder te helpen.

Mvg Randy

Randy
Student universiteit - zaterdag 16 april 2016

Antwoord

Om te ontbinden in factoren ga je op zoek naar de gemeenschappelijke factoren.

De uitdrukking (a-1)2(a+2)-(a-1)(a+2)2 bestaat uit twee termen:
(a-1)2(a+2) en (a-1)(a+2)2.

In de eerste term komt a-1 voor als factor en a-1 komt ook voor in de tweede term. a-1 is dus een gemeenschappelijke factor die je voor de haakjes kunt zetten.

Dus zoiets als (a-1){(a-1)(a+2)-(a+2)2} zou al kunnen. Maar er is nog een gemeenschappelijke factor: a+2. Die kan er dus ook nog voor:

(a-1)(a+2){(a-1)-(a+2)}

Vervolgens kan je de zaak nog fatsoeneren:

(a-1)(a+2){(a-1)-(a+2)}=
(a-1)(a+2){a-1-a-2}=
(a-1)(a+2){-3}=
-3(a-1)(a+2)

Helpt dat?

PS
  1. ...
  2. De gemeenschappelijke factoren zijn a+2 en a-2
  3. De gemeenschappelijke factor is (a+4)².

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 16 april 2016
Re: Re: Factoren buiten haakjes brengen
Re: Re: Factoren buiten haakjes brengen



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3