De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Oefening over telproblemen

 Dit is een reactie op vraag 66161 
Ja bedankt voor het helpen en natuurlijk de laatste is dus eigenlijk 26!/23!= 26·25·24 ;) bedankt en moet je dan dit met die eerste drie letters vermenigvuldigen of optellen?

Fredje
3de graad ASO - zaterdag 12 november 2011

Antwoord

Het handigst is om niet 2 groepjes van 3 letters te beschouwen, maar 1 groep van 6 letters. Je hebt dan 26·25·24·23·22·21 mogelijkheden. Maar dan heb je alle 'husselingen' van de eerste drie letters meegeteld, van elke 'husseling' is er maar één goed. Je moet dit aantal van 26·25·24·23·22·21 nog delen door het aantal manieren om 3 letters door elkaar te gooien. Je weet vast wel hoe je dit aantal manieren berekent, toch?

GHvD
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 12 november 2011



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3