De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Twintig personen verdelen over 4 groepenOp hoeveel manieren kan je een groep van 20 personen indelen in 4 deelgroepen, waarbij er in elke deelgroep minstens 1 persoon zit. Elke deelgroep heeft een aparte taak te vervullen. AntwoordWat je in feite moet tellen zijn de functies van {1,2,...,20} naar {1,2,3,4} die alle waarden aannemen. Dat gaat het snelst door naar het complement te kijken: voor i=1,2,3,4 schrijf je Ai={f:i zit niet in het beeld van f}; dus A1 bestaat uit de functies die van {1,2,...,20} naar {2,3,4} gaan en dat zijn er 320. Het complement van onze gezochte verzameling is dan de vereniging van de vier Ai. Het principe van inclusie-exclusie (zie de link hieronder voor de formule) impliceert dat het aantal elementen van die vereniging gelijk is aan 4·320-6·220+4·120. Het gevraagde antwoord is dan dit getal afgetrokken van het totaal aantal functies, dus 420-(4·320-6·220+4·120).
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|