|
|
\require{AMSmath}
Afgeleide boogcosinus (bewijs)
Hoi, We moesten de afgeleide berekenen van boogcosinus X. Ik kwam uit op -1/√(1-x2) Maar nu moeten we dat ook nog kunnen bewijzen! Gaat dit met de definitie van afgeleiden? Dus met lim f(x+h) - f(x) enz... of kan het ook met een goniometrische cirkel? Dank bij voorbaat
Tjerr
Student Hoger Onderwijs België - zondag 26 december 2004
Antwoord
per definitie is arccos(cos(x))=x dus
d/dx {arccos(cos(x))} ·moet· gelijk zijn aan 1: d/dx {arccos(cos(x))} = 1
wegens de kettingregel is d/dx {arccos(cos(x))} = d/d(cosx) {arccos(cos(x))}· d/dx {cosx} = d/d(cosx) {arccos(cos(x))}·-sinx
en wegens sin2x+cos2x=1 is sinx=√(1-cos2x)
d/dx {arccos(cos(x))} = d/d(cosx) {arccos(cos(x))}·-√(1-cos2x) en dit moest gelijk zijn aan 1. dus d/d(cosx) {arccos(cos(x))}·-√(1-cos2x) = 1 $\Leftrightarrow$ d/d(cosx) {arccos(cos(x))} = 1/-√(1-cos2x)
in feite staat hier: d/dY {arccos(Y)} = -1/√(1-Y2)
hetgeen precies hetzelfde is als: d/dx arccos(x) = -1/√(1-x2)
groeten, martijn
mg
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 26 december 2004
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|