Ik heb problemen met een onderdeel van een vraag uit mijn boek.
nl.
Beschouw de differentiaalvergelijking dy/dx+r·ln(y/k)·y = 0 Hierin zijn r en k constanten.
Vraag1: Reken na dat alle functies van de vorm y=k·e-c·e-r·x oplossingen zijn. hoeveel parameters bevatten deze oplossingen?
vraag2: bepaal de particuliere oplossing waarvoor y(0)=1
dank bij voorbaat
Lennar
3de graad ASO - woensdag 2 april 2008