Laplace transformatie
Dag ik ben geintereseerd geraakt in de laplace transformatie schijnt een handig hulpmiddel te zijn. Stel je hebt de volgende dv 4*dy/dt +y(t) = 2x(t)
en x(t)=1(t) Hoe los je deze dv dan op aan de hand van de laplace transformatie? met vriendelijke groeten jarno klaassens.
jarno
Student hbo - zaterdag 4 maart 2006
Antwoord
dag Jarno,
Wellicht weet je dat voor de Laplacetransformatie de volgende regel geldt: (Ik gebruik de letter £ voor de transformatie): £(dy/dt) = s·£(y) - y(0) Noem £(y) = Y Dan is de getransformeerde van het linkerlid van de dv dus gelijk aan 4·(s·Y - y(0)) + Y De getransformeerde van 1(t) is gelijk aan 1/s De getransformeerde dv is dus: 4·(s·Y - y(0)) + Y = 2/s Hieruit kun je Y oplossen, als functie van s (en van de randvoorwaarde y(0)) Vervolgens kun je deze oplossing weer terugtransformeren. Hierbij komt breuksplitsing om de hoek kijken. Maar je hebt dan wel meteen je antwoord voor y(t). groet,
maandag 6 maart 2006
©2001-2024 WisFaq
|