Re: Vergelijking

Dit is een reactie op vraag 11143

Zou het mogelijk zijn dat je dat niet kunt oplossen want ik heb verschillen de methodes geprobeerd en dat gaat niet kun je mij wat meer helpen a.u.b.

HH
2de graad ASO - zaterdag 17 mei 2003

Antwoord

Gegeven:

v·t=37500 (1)
z·(t-5)=18000 (2)
v·(t-10)=z·t (3)

Schrijf v als functie van t uit (1), dus v=... (4)
Schrijf z als functie van t uit (2), dus z=... (5)
Substitueer in (3) v en z door de overeenkomstige uitdrukkingen in (4) en (5).

Je krijgt dan:

..en dat oplossen levert t. Invullen van t in (4) levert v.

zaterdag 17 mei 2003

Re: Re: Vergelijking

©2001-2024 WisFaq