WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 2 mei 2024

Re: Vergelijking

Zou het mogelijk zijn dat je dat niet kunt oplossen want ik heb verschillen de methodes geprobeerd en dat gaat niet kun je mij wat meer helpen a.u.b.

HH
17-5-2003

Antwoord

Gegeven:

v·t=37500 (1)
z·(t-5)=18000 (2)
v·(t-10)=z·t (3)

Schrijf v als functie van t uit (1), dus v=... (4)
Schrijf z als functie van t uit (2), dus z=... (5)
Substitueer in (3) v en z door de overeenkomstige uitdrukkingen in (4) en (5).

Je krijgt dan:
q11167img1.gif
..en dat oplossen levert t. Invullen van t in (4) levert v.

WvR
17-5-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#11167 - Vergelijkingen - 2de graad ASO