\require{AMSmath} Veeltermen Kan iemand mij met het volgende probleem op weg helpen. Van een algebraïsch getal a is de minimale veelterm X3+2X+2. Schrijf de volgende elementen van Q(a) in de vorm p+qa+ra2 met p,q,r element van Q En dan gaat het om 1/a, 1/a2, (a+1)/(a+2) Graag een opzetje voor de eerste dan lukken de andere wel. Alvast bedankt. Jurjen Jurjen Student universiteit - zondag 10 januari 2021 Antwoord Er geldt $a^3+2a+2=0$, ofwel $-a^3-2a=2$, of $-\frac12(a^2+2)a=1$. Dus $a^{-1}=-\frac12(a^2+2)$. Succes met de rest. kphart zondag 10 januari 2021 Re: Veeltermen ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
Kan iemand mij met het volgende probleem op weg helpen. Van een algebraïsch getal a is de minimale veelterm X3+2X+2. Schrijf de volgende elementen van Q(a) in de vorm p+qa+ra2 met p,q,r element van Q En dan gaat het om 1/a, 1/a2, (a+1)/(a+2) Graag een opzetje voor de eerste dan lukken de andere wel. Alvast bedankt. Jurjen Jurjen Student universiteit - zondag 10 januari 2021
Jurjen Student universiteit - zondag 10 januari 2021
Er geldt $a^3+2a+2=0$, ofwel $-a^3-2a=2$, of $-\frac12(a^2+2)a=1$. Dus $a^{-1}=-\frac12(a^2+2)$. Succes met de rest. kphart zondag 10 januari 2021
kphart zondag 10 januari 2021
©2001-2024 WisFaq