Ik neem aan dat alle $a$tjes en $c$tjes constanten zijn, in dat geval is de eerste integraal atijd te doen: constante functies zijn integreerbaar. De tweede ook: $\int_0^L\frac{c}{a+bx}\,\mathrm{d}x$ levert een logaritme en $\int_0^L c_1(a+bx)^{c_2}\,\mathrm{d}x$ levert een logaritme als $c_2=-1$ en $\frac{c_1}{bc_2}(a+bx)^{c_2+1}$ als $c_2\neq-1$. Dat volgt allemaal uit bekende formules voor afgeleiden/primitieven. De derde is wat bewerkelijker, bij $$ \int_0^L \frac{c_1}{a+bx+cx^2}\,\mathrm{d}x $$ heb je twee gevallen: als de noemer ontbindbaar is door middel van breuksplitsing en anders via een arctangens. Bij $$ \int_0^L c_1(a+bx+cx^2)^d\,\mathrm{d}x $$ hangt het van $d$ af: als $d$ geheel is lukt het omdat de functie rationaal is. Bij sommige rationale waarden van $d$ gaat het ook nog wel maar de formules worden ingewikkeld (programma's als Maple of een site als wolfram alpha bieden dan nog wel soelaas). Maar als $d$ irrationaal is, zeg $d=\sqrt2$ of $d=\pi$ dan is er waarschijnlijk zeer weinig mee te doen.