Ik snap deze applet. Maar hoe is nu te bewijzen (bij voorkeur door gebruik te maken van de algebraische vergelijking Ax2+Bxy+Cy2+Dx+Ey+F=0) dat je inderdaad 5 punten nodig hebt?
Wilma
Student hbo - woensdag 19 mei 2010
Antwoord
In de door jou genoemde algemene vergelijking staan 6 coëfficiënten: A, B, ..., F. Dat aantal is terug te brengen tot 5 door te delen door A (en die is ongelijk aan 0 want anders heb je geen ellips). Dan houd je 5 onbekende coëfficiënten over. Je hebt dan ook 5 verschillende punten (x,y) nodig om 5 verschillende lineaire vergelijkingen met die 5 onbekende coëfficiënten te kunnen opstellen.