Hello, bedankt maar ik zit nog met een vraagje. De vraag "hoeveel eentermen zijn" werd ook bij de eerste opgave gesteld. Klopt het als men dan 8 zegt? Dank.
dewaeg
2de graad ASO - dinsdag 6 september 2005
Antwoord
Beste Chrysta,
Ook in de eerste opgave is het aantal eentermen gelijk aan 3. Het maakt immers niet uit of je (3a)×(-5)/7 schrijft of -15ab/7, dat blijft één term.
Lees eens goed na hoe ik een 'eenterm' definieerde, dan zie je dat beide schrijfwijzen daar onder vallen