De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Re: Oefening over telproblemen
Ja bedankt voor het helpen en natuurlijk de laatste is dus eigenlijk 26!/23!= 26·25·24 ;) bedankt en moet je dan dit met die eerste drie letters vermenigvuldigen of optellen? AntwoordHet handigst is om niet 2 groepjes van 3 letters te beschouwen, maar 1 groep van 6 letters. Je hebt dan 26·25·24·23·22·21 mogelijkheden. Maar dan heb je alle 'husselingen' van de eerste drie letters meegeteld, van elke 'husseling' is er maar één goed. Je moet dit aantal van 26·25·24·23·22·21 nog delen door het aantal manieren om 3 letters door elkaar te gooien. Je weet vast wel hoe je dit aantal manieren berekent, toch?
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|