Eb en vloed
In Oostende werd op 17 juli 1995 de gemiddelde waterstand ( hoogte 0) bereikt om 2 uur in de ochtend. Om 5 uur 15 minuten werd de hoogste waterstand bereikt. Er is een hoogteverschil van 4 meter tussen eb en vloed.- Schrijf de hoogte h als functie van de tijd t ( uren ).Kies 17 juli 1995, 0 uur als begintijdstip t=0.
- Bereken a, b, c en d
- Hoe hoog staat het water op 18 juli om 13 uur?
- Wanneer is het op 18 juli na de middag de eerste keer eb?
Mvg Ofli
Ofli
3de graad ASO - woensdag 1 februari 2017
Antwoord
Hallo Ofli,
Als het goed is, heb je in de spelregels gelezen dat het niet de bedoeling is om alleen maar een opgave in te sturen, zonder daarbij aan te geven wat je zelf hebt geprobeerd of wat je niet begrijpt. We willen je wel helpen om wiskunde beter te begrijpen, maar gewoon voordoen helpt niet zoveel.
Ik help je op weg. Bij het antwoord op periode van een functie vind je de algemene formule van een sinusfunctie, en wat de betekenis is van de letters:
In jouw geval:
- De evenwichtsstand is gegeven, dus je kent a
- De hoogste waarde is gegeven, hiermee kan je de amplitude b bepalen
- De tijd tussen het bereiken van de gemiddelde waterstand en de hoogste waterstand is een kwart van een gehele periode. Hieruit volgt de periodetijd T, waarmee je c kunt bepalen
- De tijd waarop de gemiddelde waterstand wordt bereikt, dus de tijd waarop een periode van de sinusfunctie begint, is gegeven. Dit is de horizontale verplaatsing d.
Wanneer je de functie eenmaal hebt, kan je de waterhoogte op elk tijdstip t berekenen.
Lukt het hiermee? Zo niet, stel gerust een vervolgvraag, maar laat dan wel zien wat je hebt geprobeerd of waarmee je vastloopt.
Naschrift
donderdag 2 februari 2017
©2001-2024 WisFaq
|