Wortels met machten
Hoe los je deze oefening op?
√37=?
In mijn zoon zijn boek staat √35. Die oefening kan hij oplossen. Bij oefening √37 doet hij wortel 36.3, terwijl ik denk dat het √34.√33 moet zijn. Maar we weten het dus niet. Alvast bedankt voor de moeite. Ik hoop dat je er aan uit kunt!
Rita R
Ouder - woensdag 26 februari 2014
Antwoord
$ \begin{array}{l} \sqrt {3^5 } = \sqrt {3^4 \cdot 3} = \sqrt {3^4 } \cdot \sqrt 3 = 3^2 \cdot \sqrt 3 = 9\sqrt 3 \\ \sqrt {3^7 } = \sqrt {3^6 \cdot 3} = \sqrt {3^6 } \cdot \sqrt 3 = 3^3 \cdot \sqrt 3 = 27\sqrt 3 \\ \end{array} $
Dat moet het zijn!
Rekenregels
$ \begin{array}{l} \left( {\sqrt a } \right)^2 = a \\ \sqrt {a \cdot b} = \sqrt a \cdot \sqrt b \\ \sqrt {\frac{a}{b}} = \frac{{\sqrt a }}{{\sqrt b }} \\ \end{array} $
woensdag 26 februari 2014
©2001-2024 WisFaq
|