|
|
\require{AMSmath}
Rare oplossing DV
Goed dag, Gegeven DV :y'(t)+(2/20+20t)y=1 De uitgewerkte oplossing gaat (in een cursus )verder als volgt: Na toepassen van de functie met (ln) machten bekom ik y(t)=(1/(20+20t))((INT(20+2t)dt+C)) y(t)=(1/(20+20t)).(20t+t2+C) y(t)=(t2+20t)/(2t+20)+c/(20+20t) Overgang van de breuk naar de Euclidische deling, bekom ik: voor quotiënt 1/2t+5=(t+10)/2 De oplossing luidt dan (t+10)/2+C/2t+20 en de rest van de deling wordt verwaarloosd : Normaal zou er komen : (t+10)/2 -100/(2t+20)= (t+10)/2-50/(t+10). Maar die restterm (-50/t+10) wordt in de oplossing NIET ingebouwd. Met y(o)=3 krijg ik voor C=-40 en we bekomen y(t)=(t+10/2 -40(2t+20) Uitwerken leidt dan tot: y(t)=((2t+20)(t+10)-80))/(2(2t+20)) y(t)= (t2+20t+60)/(2t+20). Waarom werd de rest term(-50/t+10) niet in rekening gebracht bij de oplossing van deze DV? Of is die term gewoon verwaarloosbaar en te klein? Vriendelijke groeten, Rik
Rik Le
Iets anders - woensdag 9 oktober 2019
Antwoord
Die term is een oplossing van de homogene vergelijking. Je kunt hem bij de oplossing trekken, je krijgt dan: $$\frac{t+10}{2} +\frac{C-100}{2t+20} $$Maar $C-100$ is net zo willekeurig als $C$ zelf, dus hernoem je $C-100$ gewoon tot $C$. Overigens staat er wel vaan $20t$ in plaats van $2t$ in je uitwerking.
kphart
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 9 oktober 2019
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|