De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Wiskunde opdrachtVoor een wiskundeopdracht moest ik uitzoeken wat je voor grafieken kreeg bij y=(x+a)2·x. Dat was dus een derde machtsfunctie. Toen ik moest uitzoeken op welke grafiek de toppen van deze grafiek lagen, kwam ik erachter dat dit was op de grafiek van y= 4(x3). Nu moet ik alleen weten waarom juist deze formule op de toppen ligt, en niet bijvoorbeeld 3(x3). Mijn vraag is dus, hoe los je de volgende vergelijking op: (x+a)2•x = 4(x3), want wij hebben nog nooit een formule met 2 onbekenden (x en a) hoeven oplossen. AntwoordUit (x+a)2.x = 4x3 volgt in ieder geval x = 0 en, na dit te hebben vastgesteld en vervolgens door x te hebben gedeeld, krijg je als tweede mogelijkheid (x+a)2 = 4x2.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|