|
|
\require{AMSmath}
Eigenschappen sommatieteken
Hallo, In een voorbeeldtoets ben ik een meerkeuzevraag tegengekomen die ik helemaal niet snap. Er wordt namelijk gevraagd aan wat het volgende gelijk is: het sommatieteken met k=2 en n=2015 van (k/(k+1)) MIN het sommatieteken met k=2 en n=2015 van (k-1)/k. Het antwoord is: 2015/2016-1/2 Mvg
Anon
3de graad ASO - dinsdag 30 januari 2018
Antwoord
Je kunt de reeksen een stukje uitschrijven:
$ \eqalign{ & A:\frac{2} {3} + \frac{3} {4} + \frac{4} {5} + ... + \frac{n} {{n + 1}} \cr & B:\frac{1} {2} + \frac{2} {3} + \frac{3} {4} + ... + \frac{{n - 1}} {n} \cr} $
Als je nu $B$ van $A$ aftrekt valt bijna alles tegen elkaar weg, behalve de laatste term van $A$ en de eerste term van $B$.
Je weet $n=2015$ en dan ben je er wel. Helpt dat?
Naschrift
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 30 januari 2018
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|