|
|
\require{AMSmath}
Re: De constante term
Ik probeerde deze oefening ook te maken, maar snap niet hoe je aan i=6 komt....
Justin
3de graad ASO - zondag 7 mei 2017
Antwoord
Als je uitgaat van:
$ \eqalign{\sum\limits_{i = 0}^{18} {\left( {\begin{array}{*{20}c} {18} \\ i \\ \end{array}} \right) \cdot \left( {\frac{{x^2 }}{2}} \right)} ^i \cdot \left( { - \frac{1}{x}} \right)^{18 - i}} $
Dan krijg ik bij i=6:
$ \eqalign{\left( {\begin{array}{*{20}c} {18} \\ 6 \\ \end{array}} \right) \cdot \left( {\frac{{x^2 }}{2}} \right)^6 \cdot \left( { - \frac{1}{x}} \right)^{12} = 18564 \cdot \frac{{x^{12} }}{{64}} \cdot \frac{1}{{x^{12} }} = \frac{{4641}}{{16}}} $
Als de term met $x$ wegvalt moet de macht van $x$ van de $x^{2}$ wel 6 zijn en de exponenten bij de $\frac{1}{x}$ gelijk aan 12. In dat geval vallen ze precies tegen elkaar weg.
Dus toch geen fout denk ik! Of wel?
Zie ook Re: De constante term
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 7 mei 2017
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|