|
|
\require{AMSmath}
Lengte van een sinusperiode
Stel je hebt de standaard sinusoïde: f(x)=a·sin[b(x+c)]+d Met: evenwichtsstand = d amplitude = |a| periode = 2$\pi$/|b| verschuiving horizontaal = c
Wat is dan de lengte van de kromme over 1 periode? Kun je dit analytisch uitrekenen? Kan dit met de booglengte? L=integraal van -a/2 naar +a/2 over wortel (1+f'(x)2) dx
bedankt voor jullie hulp groet
Wim &
Student universiteit - vrijdag 21 april 2017
Antwoord
Voor de lengte van de kromme zijn $c$ en $d$ niet van belang (oopschuiven verandert niets), dus die laten we even weg. De lengte is inderdaad gelijk aan een integraal, maar niet aan die uit de vraag; je moet niet de amplitude op de $x$-as uitzetten. Je moet over een volledige periode integreren, en die is $2\pi/b$. Je moet dus $$ \int_0^{\frac{2\pi}b}\sqrt{1+(ab)^2\cos^2(bx)}\,\mathrm{d}x $$ hebben. Dus, bijvoorbeeld voor $\sin x$ zelf krijg je $$ \int_0^{2\pi}\sqrt{1+\cos^2x}\,\mathrm{d}x $$ Die kun je ook schrijven als $$ \int_0^{2\pi}\sqrt{2-\sin^2x}\,\mathrm{d}x $$ en dat is een Elliptische integraal. Daarvan is een heleboel bekend (zie de link hieronder), onder andere dat deze niet met behulp van elementaire functies is uit te rekenen.
Zie Wikipedia: Complete elliptic integral of the second kind
kphart
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 21 april 2017
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|