|
|
\require{AMSmath}
Limiet berekenen met sin, cos en tangens
ik moet volgende limiet uitrekenen: lim((sin(x)*tg(2x))/(cos(3x)-cos(4x)) voor x--0 De uitkomst zou 4/7 zijn. De noemer heb ik al kunnen omzetten via de verdubbelingsformules. Je krijgt dan: lim((sin(x)*tg(2x))/(2(-sin2(3/2x)+sin2(2x)) voor x--0 Maar ik zou niet weten, hoe ik nu verder moet rekenen. Kunnen jullie mij helpen?
Roel D
Student universiteit België - woensdag 19 februari 2003
Antwoord
je gebruikt in de noemer een 'verkeerd' uitgangspunt. Gebruik de formule cosx - cosy = -2sin[1/2(x+y)]sin[1/2(x-y)]. Het totaalplaatje wordt dan: [sin(x).tan(2x)]/[2sin(31/2x).sin(1/2x)] Vervolgens werk je naar wat standaardlimieten toe. Je weet bijvoorbeeld dat lim[sin(x)/x] = 1 als x®0 Maar dan geldt ook lim[sin(31/2x)/(31/2x)] = 1 als x®0 Ook voor het quotiënt tan(x)/x is de limietwaarde 1. In de breuk die we al afgeleid hebben staat nu bijv. in de noemer de factor sin(1/2x). Door boven de streep nu 1/2x erbij te schrijven, komt er een standaardlimiet in beeld. Behandel de andere stukken op dezelfde manier, maar kijk wel of het totaal van de breuk niet veranderd is. Laat dan x tot 0 naderen en het resultaat moet dan volgen. Overigens: misschien kan de stelling van l'Hopital ook ingezet worden.
MBL
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 19 februari 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|