De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Kansen in een loterijEen vereniging houdt een loterij. Er worden 100 loten verkocht. Er zijn 3 prijzen. Een hoofdprijs van 30 euro, een tweede prijs van 10 euro en een derde prijs van 5 euro. Als de trekking van de loterij gehouden wordt, trekt men eerst de hoofdprijs. Daarna wordt getrokken voor de tweede prijs en ten slotte bij de derde trekking voor de derde prijs. Op een lot kan maar een prijs vallen. Elk lot kost 1 euro. AntwoordIn het algemeen: tel het aantal gunstige trekkingen en deel dat door het totaal. Als Karel precies 3 Euro moet verdienen dan zijn er $99\times98\times1$ gunstige trekkingen: zijn lot moet (pas) als derde getrokken worden. Het totaal aantal trekkingen is $100\times99\times98$.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|