|
|
\require{AMSmath}
Oplossen drie vergelijkingen met 3 onbekenden
Hallo,
Gisteren hebben we misschien de vraag niet helemaal helder gesteld. Immers hebben we x opgegeven dat doorgaans de grote onbekende is. In dit geval is dat wel bekend dus het is dezelfde vraag alleen hebben we x veranderd in L.
We hebben drie vergelijkingen met 3 onbekenden. Hoe kan ik dit oplossen voor a, b en c? Onbekend zijn nu a, b en c. Bekend zijn L, V, p, q en W.
a·L3 + b·L2 + c·L - q·L = 0 vgl. 1)
(a·V/4)·L3 + (b·V/3)·L2 + (c·V/2)·L + p(V-1) - (q/2)·L = 0 (vgl. 2)
27p·(w-1)·a2 = 2b3 - 9abc (vgl. 3)
Gerard
Student hbo - zaterdag 23 mei 2015
Antwoord
Hallo Gerard en Onno,
Isoleer a in vergelijking 1, het resultaat is een vergelijking (4) waarin a wordt uitgedrukt in b en c. Vul deze uitdrukking in in vergelijking 2, en isoleer vervolgens b. Het resultaat is een vergelijking (5) waarin b wordt uitgedrukt in c. Vul vergelijking (5) in vergelijking (4) in. Het resultaat is een vergelijking (6) waarin a uitgedrukt wordt in c.
Nu zijn zowel a uitgedrukt in c (vergelijking 6) als b uitgedrukt in c (vergelijking 5). Vul deze vergelijkingen in vergelijking (3) in. Deze vergelijking heeft dan alleen c als onbekende. Bereken c, hierna kan je met de bekende waarde van c ook a berekenen (vergelijking 6) en b berekenen (vergelijking 5).
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 23 mei 2015
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|