De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Deelbaarheid en relatief priemBewijzen dat als ggd(a,b) = 1 dat dan ggd(a+b,a2-ab+b2)= 1 of 3. Ik vond al dat als ggd(a,b)= d dan is d/(a+b) en d/(a2-ab+b2) dus d/(a3+b3) en ook dat d/(a+b)3 dus ook d/(3a2b+3ab2) maar wat dan?? Antwoordggd(a,b) = 1
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|