De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Re: Combinaties
Beste, AntwoordTen eerste: het bewijs is, net als de vraag, niet constructief. Het stelt vast dat er een interval is met vijf linker- en vijf rechterschoenen, het geeft niet aan welk interval dat is. De intervallen $[1,10]$, $[11,20]$ en $[21,30]$ bevatten alle schoenen en hebben geen schoenen gemeen (dat is wat disjunct betekent). $f(1)$ is het aantal linkerschoenen in het eerste interval, $f(11)$ dat aantal in het tweede en $f(21)$ telt de linkerschoenen in het derde; dat zijn er $15$ in totaal, dus $f(1)+f(11)+f(21)=15$.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|